Bekende problemen van allochtonen
Leerachterstand
Allochtone kinderen en jongeren, of ze nu in het buitenland geboren zijn en tot de eerste generatie behoren of tot de tweede generatie gerekend worden omdat ze in Nederland geboren zijn, zijn, net als alle Nederlandse kinderen, leerplichtig. Maar over het algemeen blijkt dat
niet-westerse
allochtone scholieren een leerachterstand[1] hebben op hun Nederlandse leeftijdgenoten[2]. De laatste jaren wordt dat verschil wel steeds kleiner.
Allochtone jongeren beginnen hun schoolcarrière[3] vaak met een achterstand wat betreft de Nederlandse taal.
De taalachterstand van allochtone leerlingen is in vergelijking met autochtone leeftijdgenoten nog steeds 2 tot 2,5 jaar.
Allochtonen kiezen gemiddeld voor een lager onderwijstype[4] en het komt vaker voor dat ze zonder diploma hun school verlaten.
Meisjes doen het beter dan jongens,
vooral onder jongeren van Marokkaanse origine, blijkt er een groot verschil te bestaan tussen de houding en de prestatie van jongens en meisjes. Turkse leerlingen
komen naar school met de minste voorbereiding, maar maken op de basisschool de meeste vooruitgang.
Surinaamse leerlingen daarentegen hebben hun achterstand op autochtone leerlingen het hardst ingelopen[5]. Positief is ook dat het aantal allochtonen in het hoger onderwijs sterk gestegen is:
ze maken nu ruim een vijfde deel uit van alle studenten in het hoger onderwijs.
Vooral het aantal niet-westers allochtone vrouwen in het hoger onderwijs is toegenomen.
Allochtonen in het hoger onderwijs
Naar boven
Werkloosheid
De werkloosheid onder niet-westerse allochtonen is, zowel onder de eerste als de tweede generatie, hoger dan onder autochtone Nederlanders. In 2007 bedroeg de werkloosheid onder autochtonen 4,5%, onder niet-westerse allochtonen 9,1%. Er zijn verschillende redenen hiervoor: een gebrekkige kennis van het Nederlands, een relatief laag opleidingsniveau[6], een eenzijdige werkervaring, en in sommige gevallen, discriminatie door de werkgever.
Beroepsniveau naar herkomst en opleidingsniveau
Een erg positieve ontwikkeling is dat de laatste jaren de werkloosheid onder allochtonen sterk gedaald is. Bedroeg de
werkloosheid onder niet-westerse allochtonen
in 2006 nog 12,4%, in 2007 was dit nog maar
9,1 procent. Vooral onder jonge allochtonen liep de werkloosheid sterk terug.
Onder niet-westerse allochtone groepen zijn Marokkanen
het vaakst werkloos, terwijl Surinamers de groep zijn met de laagste werkloosheid.
Naar boven
Armoede
De gemiddelde niet-westerse allochtoon heeft minder te besteden dan de gemiddelde autochtoon. Door de hogere werkloosheid en de geringe arbeidsdeelname[7] van niet-westerse allochtonen leven zij vaker in armoede. Ook komen ze door hun lager opleidingsniveau vaak in slecht betaalde banen terecht. Iets minder dan één op tien autochtone huishoudens moet rondkomen met een laag inkomen, tegenover 30% van de niet-westerse huishoudens. Daarnaast leven ongeveer dubbel zoveel allochtonen van een uitkering dan autochtonen.
Aandeel ontvangers van een uitkering per herkomstgroepering
Jeugdcriminaliteit
Onder allochtone jongeren ligt de criminaliteit hoger dan onder autochtone jongeren. Uiteraard hangt dit samen met bovengenoemde problemen.
In de leeftijdsgroep van 18 tot 25 jaar wordt bijna 8 procent verdacht van criminaliteit, voor autochtone jongeren is dat de helft.
Vooral Marokkaanse en Antilliaanse jongeren komen vaker met het gerecht in aanraking.
Naar boven
>Klik hier om verder te lezen over de multiculturele crisis in Nederland.